Borg- en garantstellingen

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

Aantal ultimo 2016

Oorspron-kelijk bedrag

Percentage borgstelling

Boek- waarde 1-1-2016

Boek- waarde 31-12-2016

Borgstellingen met laag risicoprofiel

1. Particuliere woningen

383

14.091

100%

6.686

5.091

2. Woningcorporaties

4

13.257

100%

8.354

7.888

3a. Zorginstellingen

9

12.839

100%

6.624

4.101

3b. Zorginstellingen

1

3.500

37%

993

960

Totaal borgstellingen met laag risicoprofiel

397

43.686

22.657

18.041

Borgstellingen met hoger/hoog risicoprofiel

4a. Culturele en religieuze instellingen

8

2.277

100%

1.676

1.543

4b. Culturele en religieuze instellingen

1

8.520

80%

4.420

5.712

5a. Sportverenigingen

1

75

100%

34

23

5b. Sportverenigingen

1

1.370

50%

114

106

Totaal borgstellingen met hoger/hoog risicoprofiel

11

12.242

6.243

7.383

TOTAAL VERSTREKTE BORGSTELLINGEN

408

55.928

28.900

25.424

Op basis van de saldiverklaringen die de gemeente van geldverstrekkers heeft ontvangen, bedraagt het risicobeslag per 31 december 2016 € 25.387.000. De daling met € 3.513.000 is het resultaat van aflossingen op bestaande leningen. Daarnaast zijn de leningen aan culturele, religieuze en welzijnsinstellingen op basis van de ontvangen verklaringen waar mogelijk nader gespecificeerd.

In 2016 is één nieuwe borgstelling afgegeven. Dit betreft een borgstelling voor een nieuwe lening tussen BNG Bank en Stichting Centrum voor Dierenhulpverlening van € 40.000, waarbij de gemeente voor 100% garant staat voor de betaling van rente en aflossing aan BNG Bank.

Op de garantstelling uit 2014 van € 125.000 afgegeven voor de organisatie van het olympisch kwalificatietoernooi waterpolo dames in Gouda heeft de gemeente in 2016 op basis van de eindafrekening van de organisatie een bijdrage van € 56.500 geleverd in het exploitatietekort.

Achtervang
Naast bovenstaande borgstellingen en de garantie die door de gemeente Gouda rechtstreeks zijn verstrekt, is sprake van borgstellingen die door waarborgfondsen aan derden zijn verstrekt en waarvoor de gemeente als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid) optreedt. De gemeente zal dus pas op deze borgstellingen worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling.

Het garantievermogen van de waarborgfondsen verschilt per fonds maar beloopt miljarden euro’s. De kans dat de gemeente op deze achtervangpositie wordt aangesproken, wordt erg klein geacht. Indien dat toch gebeurt, zal de aanspraak eerst op basis van 50/50 worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten waarna het deel dat aan de gemeenten wordt toebedeeld op basis van een bepaalde verdeelsleutel wordt omgeslagen naar de deelnemende gemeenten. Het eventueel voor Gouda resterende deel zal nooit meer zijn dan globaal 5% van het garantiebedrag en bestaan uit het verstrekken van een renteloze lening aan het betreffende waarborgfonds. Het eventuele netto verlies voor de gemeente bestaat derhalve uit derving van rentevergoeding op de verstrekte renteloze geldlening.

A. Borgstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
Aantal garanties:3.865 (2015: 4.135)
Omvang: € 628.000.000 (2015: € 668.000.000)
50% aandeel gemeente Gouda: € 314.000.000 (2015: € 334.000.000)

Het Rijk heeft met ingang van 1 januari 2011 de achtervangpositie van de gemeenten overgenomen voor nieuw te verstrekken leningen onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat gemeente Gouda geen risico loopt om te worden aangesproken op de achtervangpositie voor leningen die vanaf 1 januari 2011 in dit kader zijn verstrekt. Het ondanks de economische crisis als laag te kwantificeren risico op de bestaande leningen onder NHG-garantie, dus die welke zijn verstrekt tot en met 2010, zal de komende jaren steeds verder afnemen als gevolg van de gepleegde aflossingen.

B. WSW-borgstellingen voor woningcorporaties
Aantal garanties: 57 (2015: 60)
Omvang: € 382.000.000 (2015: € 398.000.000)
50% aandeel gemeente Gouda: € 192.000.000 (2015: € 199.000.000)

In het geval dat de gemeenten op de achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% van de leningen door gemeenten zullen worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen en het risico dat dit de komende jaren gebeurt wordt vrijwel nihil geacht.