Aangepaste wetgeving
In 2016 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) grondig gewijzigd hetgeen ook gevolgen heeft voor de intern gehanteerde rentepercentages. In 2016 betreft dit de rente over de lopende grondexploitaties. De overige wijzigingen uit de BBV-rentenotitie starten met ingang van 2017.
| Begroting 2016 | Werkelijk 2016 |
---|---|---|
Omslagrente | 4,00% | 4,00% |
Rekenrente lopende grondexploitaties | 4,00% | 3,42% |
Rekenrente gronden niet in exploitatie (Nieggs) | 2,50% | 0,00% |
Renteontwikkeling
De lage inflatie in de Eurozone is in 2016 van invloed geweest op de ontwikkeling van de rentetarieven. De rente op de kapitaalmarkt daalde van ongeveer 1,5% tot onder een niveau van 1,0% voor lineair lossende geldleningen met een looptijd van 20 jaar, maar liep eind 2016 weer enigszins op tot ongeveer 1,1%. Ook de rente op de geldmarkt (de korte rente) bleef bijzonder laag. De 1-maands rente is het gehele jaar negatief gebleven, variërend van ongeveer 0,0% tot ongeveer –0,3%.
Als gevolg van de lage rentestanden konden de nieuwe leningen tegen lagere rentes afgesloten worden dan gepland in de begroting 2016.
Renteresultaat
De gemeente rekent de rentekosten voor investeringen toe aan haar producten met een percentage van 4,00% en voor lopende grondexploitaties van 3,42%. Het gemiddelde rentepercentage dat de gemeente werkelijk over haar financieringsmiddelen dient te voldoen is 3,67%. Het verschil tussen de werkelijk betaalde rentelasten en de doorbelaste rentelasten vormt het renteresultaat. Het renteresultaat voor 2016 bedraagt € 5,9 miljoen.