Risicobeheer

Een belangrijk onderdeel binnen de financieringsfunctie is risicobeheersing. Dit in de wet Fido voorgeschreven onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van de gemeente Gouda. 

De beheersing van de volgende risico’s wordt toegelicht:

  • renterisico
  • kredietrisico
  • koersrisico
  • liquiditeitsrisico
  • kredietrisico

renterisico op kortlopende schuld

Een belangrijk uitgangspunt is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van de gemeente. Om de omvang van de korte financiering te begrenzen, is in de wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen. De limiet is bepaald op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, met een minimum van € 0,3 miljoen. Het is hierbij niet toegestaan meer dan twee kwartalen achtereen de kasgeldlimiet te overschrijden

Kasgeldlimiet

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

kwartaal 1

kwartaal 2

kwartaal 3

kwartaal 4

Begrotingstotaal

242.161

242.161

242.161

242.161

in procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

Kasgeldlimiet

20.584

20.584

20.584

20.584

Gemiddelde kortlopende schuld (negatief betekent schuld, positief betekent tegoed)

-5.788

-13.027

-2

+7.501

Vrije ruimte

14.796

7.557

20.582

28.085

Bovenstaande tabel toont dat de kasgeldlimiet in 2016 in geen van de kwartalen is overschreden. 

renterisico op langlopende schuld

Ook het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten bij langlopende financiering is een belangrijk uitgangspunt. De renterisiconorm in de wet Fido bepaalt dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag aflossen. Doel van de renterisiconorm is dat de gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden. In 2016 is voldaan aan de renterisiconorm.

Renterisiconorm

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2016

Begrotingstotaal

242.161

in procenten van de grondslag

20,0%

Renterisiconorm

48.432

Aflossingen op vaste schuld

35.931

Ruimte (+) / overschrijding (-)

+12.501

Om het risico van toekomstige oplopende rente te beheersen was in 2015 het renteniveau van een lening vastgelegd, waarvan het geld in december 2016 is gestort. In lijn met de werkwijze van vorig jaar is ook in 2016 een overeenkomst voor een langlopende lening afgesloten om het risico van toekomstige oplopende rente te beheersen. Deze lening van € 7,5 miljoen wordt gestort in februari 2017 en maakt daarom geen deel uit van de omvang van de vaste schuld per 31 december 2016.

kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en overige uizettingen

Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen ontstaan vanuit gelduitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de aard van de uitzettingen per 31 december 2016.

Totaal uitzettingen

Bedragen * € 1.000

Begroting 2016

Realisatie 2016

Publieke taak

Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen

145

101

Leningen aan woningbouwcorporaties

0

0

Prudent beheer

Uitzettingen bij financiële instellingen (rating A+ en hoger)

2.827

1.901

Overige (semi-)overheidsinstellingen

11.940

23.550

Overige toegestane instellingen

6.923

6.695

Overige niet toegestane instellingen

0

0

Totaal

21.835

32.247

In het verleden zijn ter belegging van overliquiditeit obligaties ING aangekocht. Deze zijn verantwoord onder 'Financiële instellingen'. Deze beleggingen hebben een nominale waarde van € 2.811.100. Als gevolg van een besluit om tot verkoop van de obligaties over te gaan dienen deze volgens de BBV- voorschriften tegen de koers van 31 december 2016 van 67,07 te worden gewaardeerd op € 1.884.843.

De uitzetting aan de '(semi-)overheidsinstelling' betreft een kasgeldfaciliteit aan het Bedrijvenschap Regio Gouda ter financiering van het project Gouwe Park. De omvang bedroeg per 31 december 2016 € 13.550.000. Door tegenvallende grondverkopen in bedrijvenpark Gouwe Park is de omvang van de uistaande financiering hoger dan waar bij de begroting 2016 van werd uit gegaan. Daarnaast is eind december 2016 een bedrag van € 10.000.000 tijdelijk uitgezet bij het Agentschap van het ministerie van Financiën, dit in relatie tot de Regeling Schatkistbankieren. Deze uitzetting was bij de totstandkoming van de begroting 2016 niet voorzien. Overigens is deze uitzetting in januari 2017 weer teruggestort en ingezet ter dekking van de financieringsbehoefte.

De verstrekte geldleningen aan 'overige toegestane instellingen' betreft met name de ontwikkeling van het financieringsarrangement Westergouwe. Het risico hiervan is door het vestigen van hypothecaire zekerheden afgedekt. De vertraging in de ontwikkeling heeft er toe geleid dat het tot en met 2016 voorgefinancierde bedrag achterblijft bij hetgeen bij de totstandkoming van de begroting 2016 was voorzien.

koersrisico

Een gedeelte van de uitgezette middelen is onderhevig aan koersrisico. Dit betreft met name de in obligaties belegde overliquiditeit, waarmee een bedrag van nominaal € 2,8 miljoen is gemoeid. Op 31 december 2016 bedroeg de koerswaarde van deze obligaties € 1.884.843.

Om negatieve rendementstechnische redenen zijn deze obligaties tot op heden niet verkocht maar zullen deze in 2017 worden afgestoten.

liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico is het risico dat er onvoldoende geldmiddelen zijn om aan directe verplichtingen te voldoen. Het saldo- en liquiditeiten beheer wordt ondersteund door een liquiditeitsplanning met een horizon van ongeveer 2 jaar. Deze wordt permanent onderhouden op basis van de meest actuele informatie. Op grond hiervan worden financieringsbeslissingen op korte termijn genomen. Zoals het aantrekken van kasgeld (kortstondige leningen met een looptijd tot 1 jaar) of het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen in termijndeposito’s. Door deze goede planning kan geld zo profijtelijk mogelijk worden aangetrokken of uitgezet.

Om het liquiditeitstekort in 2016 op te vangen is in december 2016 één langlopende geldlening van € 8 miljoen opgenomen, waarvan het renteniveau al in 2015 was overeengekomen.

Voor de kortlopende financieringsbehoefte zijn diverse kasgeldleningen met korte looptijden van gemiddeld een maand afgesloten. Op 31 december 2016 stond er € 7 miljoen opgenomen kasgeld in de boeken.