In onderstaand tabel zijn de belangrijkste risico’s opgenomen.
Risico categorie | Sub aanduiding | Toelichting |
---|---|---|
Open eind sociaal | Klanten | Het tekort over het jaar 2016 op het BUIG-budget bedraagt €1,6 miljoen. De te verwachten compensatie vanuit het Rijk over 2016 bedraagt ca € 230.000. Het risico op budgetoverschrijding blijft ook in 2017 aanwezig. |
| Wmo | De Wmo is een open einde regeling. Naast het risico dat er een groter beroep op de regeling wordt gedaan, is de beheersbaarheid moeilijk. Dit omdat op voorhand niet vaststaat in welke mate gebruik gemaakt wordt van het voorzieningenpakket. Ook een minder beroep op de Wmo is mogelijk en dit is de ervaring van de laatste jaren. Dit geldt ook voor de nieuwe uitvoeringstaken Begeleiding en Beschermd Wonen. |
Bouwplannen en projecten | Westergouwe | De risico's in de grondexploitatie nemen geleidelijk af doordat er stap voor stap meer zekerheid komt over kosten en opbrensten. Voor de eerste fase is een groot deel van de kosten en opbrengsten gerealiseerd. Voor de tweede fase worden de risico's aan de kostenkant lager doordat het contract over grondverbetering is gesloten. |
| Middenwillens | Binnen het project zijn nog 5 bouwkavels beschikbaar voor particuliere bouwers. Vanwege de grootte van de kavels is hiervoor een beperkte doelgroep. Dat kan effect hebben op het tempo van verkoop. |
| Spoorzone | Het risico is beperkt. De kavel tussen de Rabobank en de Bioscoop is grotendeels bouwrijp en moet nog worden verkocht. Hierbij loopt de gemeente risico met betrekking tot grondwaarde, uitgeefbaar oppervlak en uitgiftedatum. Kleine delen van het gebied moeten nog op 'niet gesprongen explosieven' worden onderzocht en deels bouw- en woonrijp gemaakt. De kosten en de daarmee de samenhangende risico’s zijn gering. |
| Materiële Vaste Activa Spoorzone | De marktwaarde van de grond bij de functie kantoren (huidige bestemming) is hoger dan de boekwaarde van de gronden. Op dit moment is het bestaande aanbod aan kantoorruimte echter groter dan de vraag. Een deel van dit bestaande aanbod is bovendien verouderd. De beschikbaarheid van extra bouwmogelijkheden voor nieuwbouw van kantoren kan een antwoord zijn op de regionale behoefte aan moderne en meer flexibele kantoorruimte en voorkomen dat partijen buiten Gouda een vestiging openen. Anderzijds bemoeilijkt extra aanbod de opname van de grote bestaande kantorenvoorraad in de Goudse markt. Het overschot aan kantoorruimte is ook van invloed op de belangstelling vanuit de markt voor het bouwen van kantoren in de Spoorzone, waardoor het risico bestaat dat de opbrengstpotentie van de kantoorfunctie niet in alle delen van de Spoorzone gerealiseerd wordt. De bestemming van de percelen wordt daarom verbreed, waarbij naast kantoren ook andere functies mogelijk worden. Bij de uiteindelijke kavelverkoop kan sprake zijn van een lagere opbrengst dan de actuele boekwaarde. De grondopbrengst is namelijk afhankelijk van de functie, de daarmee samenhangende grondwaarde en het gebouwoppervlak (bvo). |
| Grondbank | Voor de Grondbank heeft de gemeente Gouda een voorziening getroffen. Het risico bestaat dat deze voorziening niet hoog genoeg is. De huidige waardering is gebaseerd op de in provinciale plannen vastgelegde perspectieven voor ontwikkeling van de Zuidplas. De komende jaren zullen de gronden opnieuw worden gewaardeerd op basis van de huidige BBV-regelgeving. |
| Wijkontwikkeling | In de Kadernota 2017-2020 is een aanvullende bijdrage gedaan om de reserve wijkontwikkkeling aan te vullen. Risico’s zitten nog in de resterende verwerving van de panden in de De Rijkestraat en een verdere uitloop van de uitvoeringsperiode van de latere deelgebieden. |
| Zuidelijk stationsgebied | Vanuit ProRail is een financiële bijdrage toegezegd voor de realisatie van de fietsenstalling. Het ontwerp kan nu verder worden uitgewerkt zodat gedetailleerde kostenramingen kunnen worden gemaakt. Door de meer gedetailleerde ramingen neemt de onzekerheid rond onvoorziene kosten af en wordt het risico verder verkleind. |
Samenwerkings-verbanden |
| De gemeente werkt met veel partijen samen (veelal in gemeenschappelijke regelingen) en op diverse terreinen (ict, hrm, zorg). Bij deze samenwerking kunnen financiële en andere risico's zich voordoen. Op dit moment vormt de gemeente naar het oordeel van de belastingdienst een fiscale eenheid met Sport.Gouda. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de verrekening van BTW en mogelijk moet gedeeltelijk de BTW worden terugbetaald van investeringen in sportaccommodaties. De belastingdienst heeft ons nog niet aangemerkt als fiscale eenheid omdat Gouda heeft aangegeven dat hier op korte termijn maatregelen tegen getroffen worden. De beheersmaatregelen zijn gericht op het voorkomen van een fiscale eenheid met Sport.Gouda, door Sport.Gouda beter te positioneren als zelfstandige B.V. met bijbehorende vrijheid in de bedrijfsvoering. Hiertoe worden in 2017 de dienstverleningovereenkomst en de statuten van Sport.Gouda aangepast. |
Juridisch | Algemeen | Algemene risico's zijn het niet of onvoldoende nakomen van contractuele of andere afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig contractbeheer of faillissementen van contractpartners, het onrechtmatig uitvoeren van (Europese) aanbestedingen of verstrekken van geldleningen. De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, gederfde winst, verzakking bij bouwwerkzaamheden, achterstallig onderhoud). Te denken valt ook aan aansprakelijkstelling voor schade ontstaan bij evenementen, planschade, onzorgvuldige besluitvorming en verkeerde toepassing van regelgeving. |
Overig | Vennootschaps-belasting | Sinds 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen van toepassing. Overheidsondernemingen worden Vpb-plichtig indien en voor zover zij een onderneming vormen. In 2016 is een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd om de gemeentelijke activiteiten te beoordelen op de Vpb-plicht. Daaruit blijkt dat er op dit moment geen Vpb-plicht bestaat. Theoretisch bestaat altijd de mogelijkheid dat de omstandigheid, regelgeving of zienswijze van de inspecteur verandert waardoor alsnog Vpb-plicht ontstaat. |