Wat is ervoor gedaan?
De Sociaal Teams Volwassenen en Centra Jeugd en Gezin/Sociaal Teams Jeugd zijn werkzaam in de gebieden Noord, Oost en West Gouda en werken per gebied zoveel mogelijk vanuit één locatie. In Oost is dat het Nelson Mandela Centrum, in West het nieuw geopende ontmoetingscentrum De Walvis. In Noord wordt nog gezocht naar een gezamenlijke locatie. Deze gezamenlijkheid versterkt de samenwerking tussen de medewerkers en managers van de Sociaal Teams op uitvoeringsniveau. Zo wordt geanticipeerd op de doorontwikkeling naar Sociaal Teams 0 -100. Er is een actieve samenwerking met de wijkverpleegkundige en de huisartsen zodat het sociale en het gezondheidsdomein met elkaar verbonden worden. De specifieke rol van de sociaal makelaar in het Sociaal Team Volwassenen is ingevuld. Hierdoor kan er met bewoners, professionals en instanties gebouwd worden aan sociale netwerken. Formele hulp en informele hulp worden hierdoor verbonden. Ook zijn de Sociaal Teams Volwassenen en het beleidsveld Werk en Inkomen met elkaar verbonden, waardoor intensief ingezet wordt op preventie van schulden en armoede. Voor informatie en hulp bij financiële vragen kunnen mensen terecht bij de Papierwinkel.
In de Sociaal Teams is de onafhankelijke cliëntenondersteuning geborgd.
zie ook:
https://www.sociaalteamgouda.nl/
Na contact met het Sociaal Team of naar aanleiding van een melding bij het gemeentelijke Goudse Wmo loket, brengt de gemeente samen met de betrokkene de ervaren problemen op het gebied van het voeren van een huishouding, wonen en/of vervoer in beeld. Daarna wordt samen gezocht naar een oplossing.
De Goudse Adviesraad Sociaal Domein (GASD) en de Goudse Cliëntenraad (GCR) functioneren en werken onder leiding van één en dezelfde voorzitter aan hun verdere inrichting, netwerk en versterking.
In 2016 heeft de GASD/GCR, ondermeer advies, uitgebracht over de concept integrale verordening Wmo en Jeugd.
zie ook:
http://adviesraadsociaaldomeingouda.nl/
Gouda ontvangt als centrumgemeente voor de regio Midden-Holland de middelen voor de aanpak huiselijk geweld, opvang en beschermd wonen en is verantwoordelijk voor de besteding daarvan.
In oktober is het Regionaal kader maatschappelijke zorg 2017-2020 door de raad vastgesteld. Hierin spreken gemeenten, zorginstellingen, cliëntenvertegenwoordigers en woningcorporaties met elkaar de bereidheid af om te zorgen voor een sluitende en integrale aanpak ten behoeve van alle inwoners in een kwetsbare positie in de regio. Daarbij is het uitgangspunt: zoveel mogelijk lokaal, maar regionaal waar nodig. In dit regionaal kader wordt vooruitgeblikt op 2020 wanneer de middelen voor beschermd wonen (en opvang) objectief worden herverdeeld over alle gemeenten en de centrumgemeente functie wordt losgelaten.
Met de regiogemeenten, zorgorganisaties en woningcorporaties is het convenant samenwerking Maatschappelijke Zorg Midden-Holland 2017 - 2020 gesloten. Om de capaciteit voor maatschappelijke opvang/ beschermd wonen terug te kunnen brengen en hiermee de kosten voor maatschappelijke opvang/ beschermd wonen te laten afnemen is verbeteren van de uitstroom noodzakelijk. Daartoe ligt er een regionale opgave om voor 2020 kleine zelfstandige woningen/ wooneenheden te realiseren. Om deze woonruimte tijdig te realiseren moeten kansen die zich voordoen, bijvoorbeeld rond de transformatie van leegstaand vastgoed zoveel mogelijk benut worden.
Voor zowel oudere mensen als mensen met psychische beperkingen geldt dat zij zo lang mogelijk (weer) zelfstandig wonen. Deze maatschappelijke beweging om 'Langer thuis te wonen' is al enige tijd geleden ingezet. De gemeente is hierbij regisseur waarbij iedereen, zoveel als mogelijk is, zijn eigen thuissituatie regelt.
In 2016 is een start gemaakt met de zwerfjongerenopvang. De bedoeling is om te werken aan een vernieuwde invulling van de opvang waarin ook ervaringsdeskundigen en vrijwilligers een belangrijke rol vervullen en er meer ruimte is voor eigen regie.
De gemeente werkt actief aan een integrale aanpak van personen met verward gedrag. In 2016 zijn voorbereidingen getroffen voor de opening van een zogenoemde opvang en beoordelingslocatie in Leiden en voor alle randvoorwaarden die daarvoor noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld rondom het organiseren van continuïteit van zorg na opvang
De gemeenten in de regio Midden-Holland zijn sinds het voorjaar van 2016 samen met aanbieders en cliëntenorganisaties bezig met de voorbereidingen voor de inkoop 2018 voor Wmo, Beschermd Wonen en Jeugdhulp. Ook voor 2018 en verder willen wij dit regionaal in Midden-Holland verband blijven inkopen om zo een dekkend en passend aanbod aan maatwerkvoorzieningen in te kopen voor onze inwoners. De gedeelde doelstelling is te komen tot een versimpelde (qua administratie, facturatie, bureaucratie) bekostigingssystematiek die duurzaam is op regionaal niveau en die innovatie, flexibiliteit en ontschotting stimuleert plus resulteert in lagere kosten. Om zo integraal werken volgens het principe 1 gezin 1 plan nog beter mogelijk te maken.
De 'trap af beweging'; het uitgaan van en het benutten van eigen kracht en mogelijkheden, vereist dat preventie, vroegsignalering, vrijwilligersbeleid en mantelzorgersbeleid op orde zijn. Waardering en extra steun voor vrijwilligers en mantelzorgers die dat nodig hebben is essentieel. Organisaties kunnen een beroep doen op de subsidieregeling Participatie in de buurt. Buurtservicecentra, waaronder het nieuwe ontmoetingscentrum De Walvis, en Huiskamers in de buurt zijn instrumenten die de 'trap af beweging' faciliteren. Vanuit het Vrijwilligers Informatiepunt (VIP) wordt het vrijwilligersbeleid uitgevoerd en wordt formele en informele hulp met elkaar verbonden. Voor mantelzorgers is in 2016 de mantelzorgpas geïntroduceerd.
zie ook:
https://www.gouda.nl/Inwoners/Zorg_welzijn/VrijwilligersInformatiePunt
https://www.mantelzorgpas-gouda.nl/
De gemeente investeert in lokaal preventief gezondheidsbeleid zoals bedoeld in de Wet Publieke Gezondheid. Deze wet geeft gemeenten de taak preventief beleid op volksgezondheid te voeren. Aan organisaties is subsidie verstrekt op basis van de subsidieregeling gezondheidsbeleid 2016.
Voor indicatoren zie monitor sociaal domein